dinsdag 30 juni 2009

Bij is van 't padje

Zeeland kan een rol spelen in een experimentele aanpak van de bijensterfte, zegt de Wageningse bijenonderzoeker Tjeerd Blacquière. Hij doelt op het terugkruisen naar rassen met een natuurlijke varroaresistentie.PZ_bij

In Zuid-Holland en Flevoland is vorig jaar bijna de helft van de bijenvolken gestorven. Verzwakking van bijenvolken door parasieten als de varroa-mijt wordt vaak als boosdoener voor de bijensterfte aangewezen. Er wordt nogal eens gedaan of varroa iets onvermijdelijks is, maar, stelt Blacquière: "In Duitsland en Frankrijk is een paar jaar onderzoek gedaan, waaruit bleek dat imkers de hand ook in eigen boezem moeten steken. Niet alle imkers zorgen even goed voor hun volken."

Imkers houden carnica-bijen. Fokprogramma's van telers, zoals in Kreverhille in Zeeuws-Vlaanderen, zijn gericht op die soort, omdat carnica eigenschappen heeft die imkers prettig vinden. Ze zijn niet erg 'stekerig' en gebruiken weinig van het kleverige propolis. "Onze eigen inheemse bij, de zwarte honingbij, is uitgestorven. Als je niet selecteert maar de natuur zijn gang laat gaan, komen de zwarte bij-eigenschappen terug. Minder fijn voor de imker, maar misschien wel voor het voortbestaan van de soort. Propolis bijvoorbeeld is schimmelwerend. Misschien ligt de oplossing voor de sterfte in natuurlijke selectie, in survival of the fittest. Op het eiland Tiengemeten loopt zo'n experiment. Er is een aantal volkjes neergezet om te kijken of er natuurlijke varroa-resistentie ontstaat. Je hebt voor die proeven geïsoleerd liggende gebieden nodig. Zeeland zou heel geschikt zijn, als je alle imkers mee kunt krijgen."

Over de oorzaken van bijensterfte wordt getwist, maar vermoed wordt dat neo-nicotionoïden een grote rol spelen. Blacquière: "Voor insecten is dat een soort zenuwgif. Deze stoffen beïnvloeden de prikkeloverdracht in de hersenen. Het is dus niet zo gek gedacht dat concentraties gif die nog lang niet dodelijk zijn, al effecten hebben als een slechter geheugen, verminderd oriëntatie- en leervermogen. Het zou theoretisch best kunnen dat de bijen de weg naar de korf niet meer terug kunnen vinden; dat daar een oorzaak ligt van de verzwakking van de volken en de verdwijnziekte. Alleen: in veldproeven met bijen en hommels is van schade niets gebleken. Vandaar dat deze insecticiden toegestaan zijn. Het blijft natuurlijk mogelijk dat de gangbare toetsen en toelatingsprocedures voor de nieuwe generatie insecticiden niet meer voldoen. Toelatingsinstanties zien dat ook. In een internationale commissie wordt nu bezien of aanpassingen nodig zijn. Ik vind dat ook moet worden gekeken hoe insecticiden die afzonderlijk misschien niet schadelijk zijn, in de natuur als cocktail op elkaar inwerken."

Inmiddels worden via de petitie 'Stop de bijensterfte' handtekeningen verzameld voor een onmiddellijk verbod op systemische gewasbeschermingsmiddelen. De petitie omvat daarnaast nog een aantal voorstellen, zoals bij vriendelijk groenbeheer en nestgelegenheid voor wilde bijen.

PZC 30 juni 2009

zaterdag 27 juni 2009

Lindebladluis (wollige dopluizen)

Vandaag viel mij op dat de lindebomen last hebben van IMG_0001 lindebladluis. Ze zuigen de plantsappen met hun zuigsnuit uit de bladeren van de lindebomen. Als afscheidingsproduct produceren luizen de honingdauw. Dit is een zoete, kleverig stof die bestaat uit uitwerpselen van dopluizen en druipen als druppels van de bladeren af, dan lijkt het wel alsof het motregent.

De honingdauw wordt door bijen ingezameld en dat geeft aan de lindehoning zijn bijzondere smaak.

In het voorjaar kunnen wij genieten van de heerlijke geur die  lindes verspreiden.IMG_0005

Tussen mei en augustus en vooral bij warm weer dan worden de luizen extra actief. Dit ervaren we vaak als overlast, deze honingdauw komt dan terecht op straat of op auto´s.

@Natuurgids

woensdag 24 juni 2009

Wilde eenden

Wilde eenden hebben een handige truc om te zorgen dat hun eieren niet opgegeten worden door bunzingen, kraaien of ratten.

Als ze onder normale omstandigheden even het nest moeten verlaten, wordt dat zorgvuldig afgedekt zodat de eieren aan het oog van vijanden onttrokken zijn. Als ze plotseling het nest moeten verlaten voor een onverwachte belager, worden de eieren onder gepoept met een buitengewoon stinkende substantie, die bij roofvijanden de lust om ze op te eten snel doet vergaan.


Maar als de jongen eenmaal geboren zijn, ontstaat er een nieuwe fase in de strijd om het bestaan.
Wilde eenden broeden meestal op de grond, maar niet aknotwilgltijd.  Soms kiezen de oudervogels de goot van een hoog gebouw of de kop van een knotwilg. Je vraagt je dan af: hoe landen de net geboren eendjes veilig op de grond? Want net als alle andere eenden zijn wilde eenden nestvlieders, die vlak na hun geboorte het nest definitief verlaten. Jongen die hoog boven het maaiveld geboren worden, moeten dus op één of andere manier op de grond belanden. De kleine eendjes laten zich gewoon vallen en dankzij hun donzige verenpak en geringe gewicht komen ze altijd op hun pootjes terecht. Het gebeurt ook wel dat moedereend ze in hun nekvel pakt en vliegend naar de grond brengt.

 
Ze blijven niet lang op het land, want jonge eendjes trekken direct naar het water. Daar is voedsel en veiligheid. Voedsel bestaat uit allerlei delen van water- en oeverplanten. Vooral kroos is in trek. Er worden ook wel kleine waterdiertjes naar binnen geslobberd.
Door hun voortdurende verblijf op het water zijn jonge eendjes tamelijk veilig voor vijanden die liever niet te watereend gaan, zoals vossen en kraaiachtigen. Maar meeuwen of ratten zijn in het water minstens even snel als op het land en vormen een belangrijke bedreiging. Bij gevaar duiken de eendjes pijlsnel onder, om dan onder water zwemmend de veiligheid van overhangende oevervegetatie op te zoeken. Het gevaar kan overigens ook van onder de waterspiegel komen. Snoeken en snoekbaarzen trekken de jonge eendjes soms onder water om ze op te slokken.

pzc 17-6-09

zondag 21 juni 2009

Zeldzame nachtvlinders gespot in Biesbosch

De werkgroep Vlinders en Libellen van de KNNV presenteert maandag 22 juni de resultaten van zeven nachtvlindertellingen die in de zomer van 2008 bij het Biesboschcentrum plaatsvonden. De inventarisatie is zeer succesvol geweest. Er zijn ruim 165 soorten gedetermineerd waarvaAkelei-uil (foto 1)n negen zeldzame tot zeer zeldzame soorten. Er werden in totaal 1236 vlinders gedetermineerd, een enorme diversiteit.
De meest bijzondere waarneming is de Akelei-uil  Het is de enige waarneming in heel Nederland die sinds 1980 op waarneming.nl te vinden is.

Een andere zeer bijzondere waarneming is deWitvlekbosrankspanner (foto 2),  Witvlekbosrankspanner  waarvan maar liefst zeven exemplaren werden waargenomen.
Veel van de geïnventariseerde vlinders zijn gefotografeerd voordat ze werden vrijgelaten. Van deze foto's is een fraaie CD gemaakt, die tijdens de bijeenkomst door de KNNV aan het Biesboschcentrum wordt aangeboden.

Opgepast, jonge vleermuizen!

De jonge vleermuisjes krijgen begin juli hun eerste vlieglessen.jonge vleermuizen Met hun onbeholpen gefladder komen ze nogal eens per ongeluk een huis binnenvliegen omdat ze het in vlieggat naar hun 'huis' onder de nok missen. Of ze blijven aan een gevelmuur hangen.

De gewone dwergvleermuis woont in groepjes van tien tot wel honderdvijftig vrouwtjes in de spouw of onder het dak, de grootoorvleermuis verkiest een ruime zolder in een kerk of herenhuis. De mannetjes leven alleen, of in kleine groepjes, en hebben met het opvoeden van de kleintjes niets van doen.
In deze periode is de kans groot om een verdwaalde vleermuis te treffen.

Op uitzonderlijk hete dagen zoeken de vleermuizen overdag verkoeling. Doe dan bij schemer het licht uit en het raam open. 's Nachts bij hevige regenval raken vleermuismoeders hun jong soms kwijt. Hang het jong bij schemer aan de gevel, zodat de moeder het kan terugvinden. Ontdekt u een vleermuiskolonie in huis, of vindt u een vleermuis, dan kunt u altijd eerst contact opnemen met uw gemeente. Deze behoren een meldpunt te hebben voor vleermuizen en vleermuisproblemen.

Bij geen gehoor kunt u contact opnemen met een deskundige in de buurt vleermuis gevonden.

PZC 17 juni 2009

zaterdag 20 juni 2009

Beestachtig

Het gevederde volkje dat onze tuinen bewoont, Sperwer_met_prooikent hem als een te duchten gevaar.

Vandaar ook dat er allerlei alarmerend gedrag optreedt zodra hij is ontdekt.

De merel spant daarbij de kroon met zijn schelle waarschuwingsroep. Zodra deze zich laat horen, treedt er onder het vogelvolk een sfeer in van 'op je hoede zijn'. Het gekrakeel van het groepje mussen in de appelboom valt stil.

De spanning is voelbaar. Zal hun aartsvijand, de sperwer, het opgeven of valt één van hen straks ten prooi aan de gevreesde klauwen?

Intussen houdt de sperwer zich zoveel mogelijk schuil. Hoewel hij honger heeft - vandaag heeft hij al zo dikwijls vruchteloos getracht een prooi te verschalken - overziet hij de omgeving, vanaf zijn uitkijkpost in de dekking van het groen. Waakzaam en alert op elke mogelijke aanwezigheid van een slachtoffer. Beweegt die koolmees daar zich niet traag?

Een volgend moment is de uitkijkpost verlaten en in pijlsnelle duikvlucht slaat de sperwer toe. Zijn slachtoffer is compleet overrompeld. De klap waarmee de roofvogel hem heeft geslagen, heeft hem buiten bewustzijn gebracht. Een scherpe beet in de nek maakt een einde aan verder lijden.

Na zijn maaltijd slaat de sperwer geen acht meer op zijn omgeving. Verzadigd als hij is, neemt hij rustig de tijd zijn outfit in orde te brengen.

Een tijdrovende bezigheid, die noodzakelijk is voor een volgende jachtvlucht. Hoe gladder het verenpak en hoe beter elke veervlag op de andere aansluit, hoe sneller hij tijdens de jacht kan zijn.

Noodzaak, want te dikwijls blijft een aanval van de sperwer zonder succes. Talloze vogels zijn er, maar slechts een minuscuul deel van die grote aantallen is voor hem weggelegd als prooi. Hij moet het hebben van verzwakte of afgedwaalde dieren.

Met de verzadiging van de sperwer is ook de rust weergekeerd.

Voorlopig is het gevaar geweken. De mussen krakelen weer met elkaar, de koolmezen en pimpelmezen hervatten hun zang en de merels scharrelen weer door de tuin.

PZC 17 juni 2009

zondag 14 juni 2009

Leeuwen in de Loonse en Drunense Duinen

Met zijn met gif gevulde kaken en een plomp, borstelig lijf, is de mierenleeuw gedurende zijn drie jaar van zijn larvefase een agressief roofdier, met een vindingrijke manier om zijn prooi in een hinderlaag te lokken.mierenleeuwlarve

Op een zonnige plaats, uit de wind en de regen, bakent dit sluwe roofdier met zijn poten een cirkel af in het losse zand. Hij beweegt zich achteruit en werkt in een spiraal. Hij blijft graven, gooit het uitgegraven materiaal eruit met zijn kop, totdat hij een trechtervormige kuil heeft gemaakt van ongeveer 7,5 cm breed en 5 cm diep.Mierenleeuw vangt mier

De larve van de mierenleeuw blijft op de bodem, waarin hij zichzelf onderin verstopt. Het enige wat van deze kleine rover soms nog te zien is zijn de enorme grote kaken die net boven het zand uitsteken. Een argeloze mier valt in deze kuil en kan daar door de steile wanden niet snel genoeg uit komen. De larve van de mierenleeuw stort zich meteen op deze lekkernij. De stille getuigen van dit drama, de leeggezogen mieren, zijn regelmatig in de Loonse en Drunense Duinen te zien.

MIERENLEEUW

Een volwassen mierenleeuw leeft maar enkele weken. Na het paren legt het vrouwtje haar eitjes in zand en sterft dan.

@Natuurgids

woensdag 10 juni 2009

Het (Drents) Krentenboompje

Het Krentenboompje is vanuit Noord- Amerika ingevoerd. In Drenthe, Overijssel, Noord-Brabant, Zuid-Limburg en de Kempen verwildert. Het wordt ook wel Drents krent genoemd, ergens anders, noemt men hem gewoon krent.

Het krentenboompje is in alle jaargetijden een lust voor het oog. Vanaf april, samen met het ontvouwen van de blaadjes, verschijnen de talloze witte bloemtrosjes, die druk bezocht worden door de bijen en andere insecten. De bladeren zelf zijn eerst licht bruinrood gekleurd, maar evolueren snel naar groen, waardoor de struik in de zomer een mooie kleur heeft, en die ook blijft behouden. Om In de herfst weer vlammend bruin- rood afscheid te nemen.

Vroeger werden de bessen van de krentenboom gedroogd en in plaats van krenten (gedroogde druiven) in brood verwerkt. Vandaar de naam krentenboom. De bessen worden ook wel in pudding verwerkt of er wordt jam van gemaakt.krentenboompje

Vogels zijn trouwens ook dol op de krenten. Als de krenten al wat langer aan de struik hangen, gaan ze gisten. Let maar een op! dat Spreeuwen en Merels soms dronken kunnen worden, dan verliezen ze hun evenwicht. Door de vogels heeft de krent een groot verspreidingsgebied gekregen. De zaden worden her en der uitgepoept.

maandag 1 juni 2009

Excursie door de Biesbosch

Op 30 en 31 mei met de fluisterboot van het bezoekerscentrum Drimmelen.

BZ

Varen we naar het Benedenste Jannezand waar de wandeling begint.

Start

Eerst lopen we een stuk langs rietruigten en wilgenbossen met prachtige oude zwarte populieren die nu hun pluizige, kapok -achtige zaadjes in grote hoeveelheid laten vallen het lijkt als of het sneeuwt. Dan gaan we over een kreek waarover een smal bruggetje ligt we zien daar verschillende stadia van het wilgenhout. Het oudste niet meer gehakte hout aan de westkant is 35 jaar oud.

wilgenbossen

Dan lopen we door naar het bruggetje van St. Jan dat in de WO II een belangrijke functie had voor het verzet. Het diende, aan het einde van de oorlog, als verbindingsroute naar het reeds bevrijde Brabant.

st jan

Hier eindigt ook onze wandeling en varen via Middelgat van de plomp, Zijkgat, Stoomgat, Noordergat van de plompen over de Amer terug naar Drimmelen.

terug

@Natuurgids