vrijdag 3 juli 2009

Bergeend

Vorige week namen we de wilde eend onder de loep, en net als de  meeste eenden moet die het tijdens het broeden vooral hebben van z'n perfecte schutkleur.

Zijn de woerden uitgedost met een opvallend vjongerenpak, bij de eendjes overheersen de sobere kleuren. Dat is noodzakelijk, want meestal ligt het nest in het open veld en als de eendjes net zo bont uitgedost waren als de woerden, zouden de nesten snel geplunderd worden.

Het vrouwtje van de bergeend is een uitzondering. Ze is net zo opvallend uitgedost als haar ega. Een schutkleur is ook niet nodig, want de bergeend broedt ondergronds in verlaten konijnenholen of diep weggestopt onder dicht struikgewas. Maar zodra de jongen geboren zijn doen ze hetzelfde als andere eenden: ze gaan linea recta op pad naar het water. Dat kan een brede sloot, een grote plas of zelfs één van onze Deltawateren zijn. Jonge bergeendjes zijn makkelijk te herkennen, omdat ze getooid zijn met een zwart-witte dons bekleding, in plaats van het geel met bruine dons pakje van andere eenden.

Eenmaal op het water gebeurt er iets bijzonders. Jonge bergeenden uit verschillende nesten vormen grote groepen die steeds verder uitdijen. Daarbij sluiten kuikens van vbergeend_met_jongen_erschillende leeftijden zich aan. Er ontstaat een zogenaamde bergeendencrèche; net als in een echte crèche zijn er volwassenen die op de kleintjes passen. Het komt wel voor dat meer dan tweehonderd jongen onder de hoede van één enkel ouderpaar vertoeven. De naam van de bergeend is ook ontleend aan dit gedrag; afkomstig van bergen in de zin van 'onder de hoede nemen'.

De oudervogels die hun jongen achterlaten in een crèche sluiten zichzelf ook aaneen tot grote groepen. Kort na de broedtijd begint de ruiperiode en de volwassen dieren verliezen dan het vermogen om te vliegen. Uit veiligheidsoverwegingen vormen ze grote ruigroepen die afgelegen plaatsen opzoeken om rustig deze kwetsbare periode door te brengen. In Zeeland zijn dergelijke ruigebieden te vinden in de monding van de Westerschelde en in de omgeving van het Verdronken Land van Saeftinge.

PZC 3 juli 2009