dinsdag 21 april 2009

Vogels die hun naam verklappen

Niks is zo leuk als een natuurexcursie met jonge kinderen. Ze hebben een open oog en oor en verwonderen zich op een manier die de meeste volwassenen niet meer in zich hebben. Samen luisteren naar vogels is één van de grootste genoegens. Veel soorten roepen hun eigen naam! TjiftjafVlasrootA090408

Wat denk je dat er eerst gebeurde: dat de vogel de naam tjiftjaf kreeg, of dat hij zijn eigen naam ging roepen? Aandachtig luisterende kinderen hebben net het melodietje van de tjiftjaf gehoord en met enthousiasme het duidelijk hoorbare, steeds herhaalde tjif-tjaf herkend.

En ze tuinen er steeds weer in: "Eerst heette de vogel tjiftjaf en toen ging hij zijn eigen naam zingen", merkt één van de kinderen op.

Eigenlijk is het een beetje flauw om de vraag te stellen,want je weet bij voorbaat dat zes- en zevenjarigen bijna altijd het foute antwoord geven. Maar het is een prima manier om kinderen te leren luisteren naar vogelgeluiden. En het arsenaal soorten waarvan de naam op klanknabootsing gebaseerd is, is niet snel uitgeput.

Momenteel is ook het meest roemruchte voorbeeld, de koekoek, weer volop te horen. Koekoeken die de winter in Afrika hebben doorgebracht, arriveren net voor half april weer in onze contreien en laten zich in de eerste maand na terugkomst het meeste horen.

De voorbeelden van de koekoek en de tjiftjaf zijn overbekend, 3935_Kopia-Kopia-7043 maar dat ook kraai, kauw en wielewaal een naam hebben die hun geluid weergeeft, is minder bekend. Toch zijn ook die vogels moeiteloos te 'verstaan' voor wie het eenmaal weet.

In de huidige tijd is het een koud kunstje om van een cd of een mp3-tje een vogelgeluid af te spelen en op die manier de vogelgeluiden te leren. Maar daarmee mis je het feest der herkenning van iemand die ontdekt dat het eindeloze geneuzel in de boomtoppen zich moeiteloos laat vertalen in tjif-tjaf-tjif-tjaf. Of de kievit, de grutto en de tureluur die in het weiland allemaal redelijk duidelijk hun naam ten gehore brengen. Als je uit boeken weet dat deze vogels het geluid maken waaraan ze hun naam ontlenen, moet je dat nog daadwerkelijk leren herkennen. Dat is een spannende ontdekkingstocht. En steeds weer blijkt dat er interpretatieverschil mogelijk is. De wielewaal zingt volgens een oud liedje niet wielewaal, maar dudeljoo-o en ook zijn wetenschappelijke naam oriolus is gebaseerd op klanknabootsing. En met een klein beetje fantasie kun je alle drie die namen wel uit de roep verstaan. Zoals je het geluid van de tjiftjaf met evenveel recht kunt omzetten in het zilp-zalp dat onze oosterburen menen te horen of het engelse chiff-chaff.

Ook in wetenschappelijke namen is klanknabootsing wijdverbreid. Crec crex voor de kwartelkoning, Grus grus voor de kraanvogel en Lululea voor de boomleeuwerik zijn heel rake typeringen van het geluid. Het meest frappante voorbeeld betreft de Turkse tortel, die met zijn wetenschappelijke naam Streptophelia deca-octo genoemd wordt. Decaocto (Grieks voor achttien) is heel duidelijk te verstaan voor wie goed naar ons algemeenste stadsduifje luistert. Het ritme klinkt ongeveer als deca-òòòòòcto, deca-òòòòcto.

Voorbeelden te over hoe belangrijk het soorteigen geluid van allerlei vogels geweest is voor de naamgeving. En die naamgeving, het 'be-noemen' van al wat leeft en groeit vormt de basis voor natuurstudie en natuurbeleving. De tjiftjaf zingt duidelijk 'tjif-tjaf', vinden wij. In Duitsland horen ze 'zilp-zalp' en in Engeland 'chiff-chaff'. foto Chiel Jacobusse

PZC buitengebied 21 april 2009